Een ruisend korenveld in de warme zon, dat is pas echt zomer. Haal die zomerse pracht in huis en kweek tarwe, gerst, haver of rogge in bloempotten op het balkon of in potten op het terras. je kunt dan ook ’s winters die warme zomerse sfeer proeven.
Uitgestrekte velden met tarwe, gerst, haver of rogge zijn altijd weer een lust voor het oog. Wie zo gelukkig is om buiten de stad te wonen, kan dagelijks genieten van de fascinerende cyclus van het ontkiemen, groeien, rijpen en oogsten van het koren. En wie in de stad woont, maakt gewoon zelf een miniatuurkorenveld in bloempotten. Een zonnig balkon of terras en zelfs een brede vensterbank bieden alle licht, warmte en zuurstof die de gewassen nodig hebben.
Haal de bloempotten bij een feestelijke gelegenheid naar binnen en zet ze naderhand weer buiten. En als het koren rijp is, kan je je eigen ‘oogst’ binnenhalen en in een gemengd boeket droogbloemen verwerken of de halmen als decoratieve schoven bij elkaar binden.
Graansoorten
We hebben het hier voornamelijk over tarwe en gerst, maar er bestaan vele soorten granen waaronder haver, rogge, rijst, mais en gierst. De meeste zijn eenjarige gewassen waarvan de levenscyclus 1 groeiseizoen in beslag neemt en die uit diverse gewassen zijn gekweekt.
Rogge, gerst en tarwe lijken erg op elkaar met hun lange, harige ‘baarden’ (kafnaalden) op elke zaadhalm. Haver heeft een tere, holle schacht (pluim) en gierst herkennen we aan de dicht opeengepakte aren van kleine, kraalachtige zaadkorrels. En dan bestaan er nog tal van wilde graansoorten – van de rechtopstaande en stoppelige zeegerst tot de sierlijk gewelfde, onvruchtbare dravik (zwenkgras). Er zijn ook wintervarianten van tarwe en gerst. De eerstgenoemde variant wordt vanaf het vroege najaar tot de vroege winter gezaaid en de tweede vanaf het begin tot halverwege de winter gaan zaaien.
Met gewoon graszaad creëer je ter afwisseling een groen minigazon. En met gemengd vogelzaad en zakjes siergraszaad ontstaat er een schitterend – zij het onvoorspelbaar – groen gewas, maar bloempotten met 1 enkele graansoort hebben meestal toch meer effect.
Hoe kom je aan de zaden?
Graanzaden zijn te koop bij land- en tuinbouwwinkels, alhoewel sommige alleen grote verpakkingen leveren. In sommige dierenspeciaalzaken wordt tarwe, gerst en gierst in kleine verpakkingen als vogelvoer verkocht. Je tuincentrum heeft behalve gewoon graszaad ook gemengd siergraszaad in voorraad.
En als je door een korenveld loopt vind je soms een paar rijpe, maar geknakte aren met waardevolle zaden. In hagen en struiken vind je rijpe zaden van wilde soorten trilgras, wilde gerst of vossenstaart.
In een boeket droogbloemen zitten vaak een paar graanhalmen waarvan je de zaden goed kunt gebruiken en in grote bloemenzaken verkoopt men bepaalde gedroogde grashalmen per bos. De rijpe, gedroogde zaden hiervan zijn goed bruikbaar, alhoewel de kleurstof, die voor droogbloemen wordt gebruikt, het ontkiemen nadelig kan beïnvloeden.
In welke potten?
Terracotta bloempotten zijn ideaal omdat ze behalve mooi ook betaalbaar zijn en waterafvoergaten bezitten. Hun kleur en structuur past heel goed bij ontluikende granen – beide roepen associates op met moeder aarde en de natuur. De meeste tuincentra verkopen bijpassende terracotta plantenschotels ter bescherming van de vloerbedekking. Het staat heel leuk als je verschillende graansoorten in potten van verschillende grootte laat groeien.
Je kunt ook een oude rieten mand, gevoerd met plastic waarin je een paar afvoergaten maakt, nemen. Een grote pot gevuld met vochtige potaarde, is bijna niet te tillen; beperk je daarom tot potten met een doorsnede van maximaal 40 cm.
De granen zaaien
- Bedek de bodem van de pot met een 2,5 cm dikke laag afvoermateriaal zoals steentjes of potscherven van aardewerk.
- Vul de pot tot 5 cm van de rand met potaarde op leembasis en rijk aan voedingsstoffen. Druk de aarde licht aan.
- Zaai de zaadkorrels in rijen met 1,5 cm ruimte ertussen of strooi ze verspreid over het oppervlak met ongeveer evenveel tussenruimte. Bedek de zaden vervolgens met een laag potaarde van 2,5 cm.
- Geef water met een gieter met een fijne sproeier. Zet de pot buiten op een zonnig plekje. Als je het leuk vindt, kan je zo meerdere potten vullen en ook met verschillende soorten graan werken.
Het dagelijks onderhoud
Hou de potaarde vochtig, met name tot het zaad opkomt. De wintervarianten ontkiemen meestal in 14-21 dagen. Bij de voorjaarssoorten duurt dat 3-4 weken. Geef vanaf maart elke maand stikstofrijke kunstmest volgens de aanwijzingen van de fabrikant. De planten groeien verder zelfstandig maar als ze op een winderig plekje of in de schaduw staan, worden de halmen dun en stakerig. Om dit te voorkomen steek je voordat de zaaiingen verschijnen twijgjes in de aarde. Snoei naderhand nog zichtbare twijgjes weg tussen de inmiddels sterke halmen.
